Korte inhoud
De deelnemers maken een gedicht of elfje over de Israëlieten die bijna bij het land Kanaän waren, maar nog veertig jaar moesten wachten tot ze het land binnen mochten gaan.
Doel
De jongeren komen te weten hoe het kwam dat de Israëlieten veertig jaar door de woestijn moesten zwerven en proberen zich in deze situatie in te leven.
Vooraf
Dit programma gaat over Numeri 13 en Numeri 14, lees de tekst vooraf en kies welke gedeelten uit de tekst je met de jongeren gaat lezen en welke gedeelten je in het kort toelicht aan de jongeren.
Nodig
Pennen en papier
Introductie
Praat met de jongeren over situaties waar ze het gevoel hebben dat ze er bijna zijn, maar dat het uiteindelijk toch weer langer gaat duren. Bijvoorbeeld als je een lange fietstocht of wandeling maakt en het regent: je bent moe, hebt het koud, maar je ziet in de verte de plek waar je moet zijn al opdoemen. Dan kan dat laatste stuk nog erg tegenvallen. Of een heel ander voorbeeld: je had niet zulke goede cijfers op je rapport en hebt daarom de laatste maanden voor de zomermaanden erg je best gedaan. Uiteindelijk ga je toch niet over en moet je het jaar opnieuw doen. Vraag of de jongeren deze situaties herkennen en of ze nog meer voorbeelden kunnen bedenken.
Verdieping
Vertel dat de Israëlieten zoiets dergelijks gevoeld moeten hebben toen ze bijna bij het land Kanaän waren. Lees de gekozen delen uit Numeri 13 en Numeri 14 en licht het verhaal toe. Vraag aan de jongeren hoe het kwam dat de Israëlieten het land nog niet binnen mochten gaan.
- Wat ging er mis?
- Kunnen ze zich daar iets bij voorstellen?
- Wat vinden ze van de gevolgen?
- Hoe zouden de Israëlieten zich gevoeld hebben toen ze weer de woestijn in moesten?
- Zouden ze van deze ervaring geleerd hebben? Zo ja, wat dan?
Verwerking
Laat de jongeren in tweetallen een elfje of een gedicht maken over dit verhaal. Een elfje is een gedichtje van elf woorden: de eerste regel bestaat uit een woord, de tweede uit twee woorden enzovoorts (zie hieronder).
1
2 3
4 5 6
7 8 9 10
11
Afsluiting
Vraag of de jongeren hun gedicht/elfje willen voorlezen en praat kort met hen door over hun interpretatie van het verhaal.