Korte inhoud
De jongeren praten over regels. Vervolgens bedenken ze hoe de tegenovergestelde versie van de tien geboden eruit zou kunnen zien en gaan ze met elkaar in gesprek over volgens welke geboden de samenleving en zijzelf leven.
Doel
- De jongeren weten wat de functie van de tien geboden is en worden zich bewust van de manier waarop zijzelf en andere mensen leven.
- De jongeren worden uitgedaagd om zichzelf te spiegelen aan de tien geboden.
Nodig
- Groot vel waarop onder elkaar en in duidelijk leesbare letters de tien geboden zijn geschreven.
- Kleine rode en blauwe stickertjes
- Blanco kaartjes
- Grote kaars en waxinelichtjes
- Pennen en papier
- Test ‘Houd jij je aan de regels?’, een kopie voor elke deelnemer.
Introductie
Vraag de jongeren waar je allemaal te maken krijgt met ‘regels’. Bijvoorbeeld thuis, op school, in het verkeer, in de sport en in de samenleving in het algemeen.
Laat hen vervolgens de test ‘Houd jij je aan de regels?’ doen. Als iedereen klaar is, vertel je wat de uitkomst is en welk aantal punten ze voor elk antwoord kunnen scoren. Laat de jongeren de uitslag even onderling met elkaar uitwisselen. Praat met de groep door over het waarom van regels en wie de regels eigenlijk ‘maakt’.
Verdieping
Vertel dat het volk Israël ook te maken kreeg met regels. Maar dat deze regels door God zelf gemaakt werden. Vertel de jongeren dat God deze geboden aan Mozes heeft gegeven op de berg Sinaï. Lees Exodus 20: 1-17.
Verdeel de groep in tweetallen en geef ieder groepje (afhankelijk van de groepsgrootte) één of meerdere geboden. Geef de opdracht om van elk gebod te bedenken wat het tegenovergestelde is en geef zo nodig een paar voorbeelden. ‘Je moet hard rennen’ kan ‘je moet stilstaan’ worden. ‘je mag niet schreeuwen’ kan ‘je moet veel lawaai maken’ worden. Vraag of de jongeren hun tegenovergestelde geboden aan de andere kant van het vel met de tien geboden willen schrijven.
Verwerking
Geef iedere jongere tien blauwe en tien rode stickers. Vertel dat de blauwe stickertjes voor de samenleving waarin we leven staan en de rode voor jezelf. Vraag hen om voor elk gebod te bedenken hoe het in de samenleving gaat en hoe zij het zelf doen. Ze kunnen de bijbehorende plek zoeken op het vel en daar het stickertje plakken. Wordt meer gehandeld volgens het gebod of het omgekeerde gebod?
Praat met de jongeren over de resultaten en ga deze per gebod langs. Besteed vooral aandacht aan de opvallendste resultaten, dus als er veel stickertjes bij elkaar of juist geen stickers geplakt zijn.
- Vinden de jongeren dat goed of niet? Waarom?
- Zouden ze zelf anders willen leven? Hoe?
- Vraag tenslotte hoe de wereld er volgens de jongeren uit zou zien als iedereen zich aan de tien geboden zou houden.
Afsluiting
Ga in een kring zitten en steek de grote kaars aan. Deel de lege kaartjes uit en vraag de jongeren of ze wat van deze bijeenkomst meenemen wat hen aan het nadenken zet over hun eigen leven. Dat kunnen ze op het kaartje schrijven. Vervolgens kunnen ze een waxinelichtje aansteken aan de kaars en het bovenop het omgekeerde kaartje zetten. Spreek tenslotte een gebed uit.