Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Welkom in de kinderwereld

Pijl naar links Ideeën

Wat is 'welkom' zijn? Wat doe jij om anderen op hun gemak te laten voelen, en wanneer voel jij dat je welkom bent? Ga aan de slag met gastvrijheid door middel van deze verwerkingsvormen en gespreksvragen. 

Inleiding

'Welkom!' Je ziet dat woord wel eens op een deurmat staan als je bij iemand binnenkomt. Mensen willen hiermee zeggen dat iemand welkom in hun huis is. Maar wat betekent 'welkom' precies? Wat wil je eigenlijk zeggen met dit woord?

'Welkom' is een lastig woord. Zeker voor kinderen. Even Googelen op de woorden ‘welkom' en ‘kind' levert weinig bruikbare resultaten op. Alle zoekresultaten laten het volgende zien: "Welkom op deze site voor kinderen!" En dat terwijl kinderen het woord welkom bijna nooit gebruiken. Heb jij wel eens een kind horen zeggen: "Welkom in mijn kamer?" Als ze het doen, klinkt het een beetje plechtig. Kinderen zeggen bij de begroeting meestal "Hoi, zullen we spelen?" Wat kan je doen met kinderen rondom het begrip welkom, als ze het woord zelf vrij weinig gebruiken?

Om met kinderen te kunnen praten over het begrip ‘welkom' is het goed om eerst zelf duidelijk te hebben wat je onder ‘welkom' verstaat. In het woordenboek wordt het woord als volgt uitgelegd:
1. Wel-kom (het ~) : begroeting, onthaal
2. Wel-kom (bn.): gelegen komend, zeer gewenst
Het hiervan afgeleide werkwoord is ‘verwelkomen': mensen begroeten en een gastvrij onthaal bieden.

Welkom op mijn kamer!

Kinderen krijgen wel eens een vriendje of vriendinnetje op bezoek. Je zou kunnen vragen aan de kinderen wat zij doen om hun vriendjes en vriendinnetjes zo gastvrij mogelijk te onthalen.

  • Hoe begroeten zij hun vriendjes en vriendinnetjes?
  • Mogen zij bij hun vriendjes en vriendinnetjes op hun kamer spelen?
  • Zijn er dingen waar ze van die ander niet aan mogen komen?
  • Hebben ze zelf ook van die regels?

Door al deze dingen aan de orde te stellen, zal de eerste betekenis van het woord duidelijk worden.

Voel je welkom

Ook de tweede betekenis van het woord is herkenbaar voor kinderen als je het met ze gaat hebben over de momenten dat ze zich ergens thuis voelen. Als kinderen zich ergens thuis voelen, voelen ze zich ook gewenst. Je ergens thuis voelen betekent namelijk ook ‘erbij horen'. Je kunt daarom kinderen vragen bij wie ze zich echt thuis voelen:

  • Waar ligt het aan dat je je ergens thuis voelt?
  • Wat vind jij dan belangrijk?
  • Wat doe jij zelf om iemand zich snel thuis te laten voelen? 
  • Wat doe je bijvoorbeeld als er een nieuw jongetje of meisje in de klas komt: ga je erop af? Of wacht je af tot die ander naar jou komt?
  • Zijn er verschillen als dat nieuwe jongetje of meisje uit Nederland of een ander land komt? Waarom wel? Of waarom niet?
  • Wat doe je om er voor te zorgen dat zij zich ook thuis voelen in de klas?
  • Besteden jullie daar op school extra aandacht aan?

Welkom in de bijbel

Het begrip ‘welkom' komt in de bijbel ook voor. In het Oude Testament was men heel erg gastvrij. Zo deed Abraham, toen er drie engelen bij hem op bezoek kwamen, er alles aan om het hen naar de zin te maken. (Gen. 18: 1-15).  En koningen en herders heetten Jezus welkom op aarde. (Gez. 145 uit het Liedboek voor de Kerken; Luc. 2: 8-21) Maar denk ook aan de verhalen waar mensen niet welkom waren. Denk maar eens aan het verhaal van de wijzen uit het oosten. Zij kwamen bij Herodes die duidelijk niet op de komst van Jezus zat te wachten. Hij liet daarom alle jongensbaby's vermoorden en Jozef en Maria met baby Jezus moesten vluchten naar Egypte... (Mat. 2: 1-23).

Ook kan het woord ‘welkom' in de bijbelse betekenis uitgelegd worden als ‘je gekend weten door God'. Hierbij wordt vooral aan de doop gedacht. Met de doop heb je een naam en ben je gekend door God. Je bent welkom om bij je bij God en Zijn gemeente te voegen!

De werkvormen die hieronder staan, laten kinderen op een creatieve manier kennismaken met het thema.

Downloads bij deze werkvormen:
- Programma
- Quiz

DOEN: VERHAAL AFSCHRIJVEN
Tijdsduur: 15 minuten
Nodig: voor ieder een kopie van het verhaal, pen

Vraag aan de kinderen of zij zich een situatie herinneren dat ze ergens voor het eerst kwamen, bijvoorbeeld op de sportclub, in een nieuwe klas of op muziekles. Weten ze nog hoe ze zich toen voelden? Deden andere kinderen er iets aan om hen op hun gemak te stellen? Weten de kinderen nog wat andere kinderen tegen hen gezegd hebben zodat ze zich prettiger gingen voelen? Lieten ze bijvoorbeeld dingen zien of wezen ze de weg?

Vraag vervolgens of de kinderen wel eens een nieuw kind in de klas, op de sportclub of op muziekles hebben gekregen. Hebben zij geprobeerd die ander uit te leggen wat de bedoeling was? Of hebben ze iets anders gedaan waardoor het kind zich op zijn gemak voelde?

Vraag de kinderen ook naar situaties waarin ze zich minder op hun gemak voelden. Hoe kwam dat? Wat helpt om hen wel op hun gemak te laten voelen?

Geef alle kinderen het verhaaltje uit het programma en een pen.  Laat ze het verhaaltje eerst goed doorlezen, lees het aan hen voor, of laat dit één van de kinderen doen.

Stel aan het eind enkele vragen. Iedereen schrijft hoe het verhaal afloopt. Lopen de verhaaltjes heel verschillend af?

Lief dagboek,

Ik was vandaag voor het eerst op mijn nieuwe school. Ik vond het wel spannend, want ik kende natuurlijk niemand! Ook vond ik het wel een beetje eng. Ik was bang dat niemand mij zou zien staan. Of dat niemand mij aardig vond. Nou, eigenlijk had ik helemaal geen zin om naar school te gaan, maar mijn moeder zei dat ik toch naar school moest.

Toen ik op school kwam, gingen we samen naar de juf, die heel aardig tegen me was. Daarna moest mijn moeder weg. Toen de les begon, zaten alle kinderen op hun plek. Ik wist niet waar ik moest gaan zitten. De juf heeft mij een plek aangewezen en verteld wie ik was.

Toen het pauze was, kwam er iemand naar mij toe. Het was.......

Stel de volgende vragen:

  • Stel je voor dat jij die iemand bent. Wat zou jij zeggen tegen de persoon van het dagboek
  • Wat zouden jullie gaan doen?
  • Zou je de persoon uit het dagboek voorstellen aan je vrienden?
  • Hoe loopt het verhaaltje af?

DOEN: KAARTJES MAKEN
Tijdsduur: tien minuten
Nodig: stiften, papier, ander knutselmateriaal zoals plakkers, glitters enzovoort.

Jouw slaapkamer is jouw paleis. Jouw spullen staan er en jij slaapter. Wie mogen er binnenkomen? Moeten mensen kloppen of mag iedereen binnen komen lopen?

Maak een welkom-bordje voor op jouw kamerdeur waarmee je duidelijk maakt wie naar binnen mag en onder welke voorwaarden dit is. Wat moeten de mensen doen om binnen te komen? En wie mogen er allemaal wel en niet naar binnen? Schrijf dat met grote, duidelijke letters op het papier (zodat ze het van ver al kunnen zien). Versier het bordje met tekeningen om het nog duidelijker te maken (misschien kan je kleine broertje of zusje nog niet lezen) of teken er een verkeersbord bij.

DOEN: DEUREN KIEKEN
Tijdsduur: anderhalf uur
Nodig: digitaal fototoestel, papier en  tekenmateriaal of een computer

Een voordeur is belangrijk. Je komt er het huis mee binnen. Daarom proberen veel mensen hun voordeur aantrekkelijk te maken, zodat gasten weten dat ze verwacht worden. Dat ze welkom zijn dus.

Ga met de groep de buurt in. Kijk even rond. Wat voor verschillende voordeuren zijn er te zien? Welke zien er aantrekkelijk uit? Welke niet? Maak van al deze deuren foto's. Als je in een straat komt waarin een kerk, stadhuis of ander bijzonder gebouw staat, kun je daar natuurlijk ook meteen een foto van maken!

Maak als jullie weer terugkomen van deze foto's collages. Je kunt een collage maken van de leukste deuren, de deuren waarbij je je meteen welkom voelt of de deuren waar je je niet welkom voelt omdat. Denk bijvoorbeeld aan een bordje op de deur met de waarschuwing: ‘hier waakt de hond'. Dit kan op de computer, maar je kunt de foto's ook laten afdrukken of uitprinten en op een papier plakken!

Tip: je kunt de kinderen naar aanleiding van deze opdracht natuurlijk ook zelf aansporen thuis hun voordeur aantrekkelijk te maken en daar een foto van te maken!

DOEN: TRAKTATIEBAKJE MAKEN
Tijdsduur: vijftien minuten
Nodig: karton, stiften, gekleurd papier, tijdschriften voor eventueel foto's en plaatjes, glitters, lijm.

Als je vriendjes en vriendinnetjes ontvangt, zorg je er natuurlijk voor dat zij zich welkom voelen. Een van de manieren waarop je dat kunt doen is om ze te verwennen met iets lekkers. Het is natuurlijk extra leuk voor het bezoek als ze iets krijgen wat leuk is gepresenteerd.

Vouw een blad gekleurd karton in ‘zestien vierkantjes'. Dat doe je door een blad papier dubbel te vouwen, dit weer dubbel te vouwen en dat dan nog twee keer doen. Vouw het blad nu uit. Als het goed is, tel je in de vouwen zestien vierkantjes.

Knip aan de ene kant van het papier de eerste vouw (van het eerste vierkantje) en de laatste vouw in. Doe dit ook aan de andere kant. Als je nu de ‘flappen' over elkaar doet en vastplakt krijg je een bakje. Maak van een strook papier een hengsel door het strookje papier aan de zijkanten van het bakje vast te maken. Versier dit met leuke foto's, plaatjes of glitters. In het bakje kun je snoepjes, koekjes of natuurlijk iets gezonds doen!

Tip: je kunt natuurlijk nog een paar plastic bekertjes versieren zodat ze erbij passen. Zo krijg je een soort servies!

DOEN: WELKOMSTSPEL
Tijdsduur: tien minuten
Aantal deelnemers: in tweetallen

Stel dat je iemand op bezoek zou krijgen die je eigenlijk niet zo aardig vindt. Wat zou je dan doen? Doe je anders tegen iemand die je onaardig vindt? 

Situatie 1
Verdeel de kinderen in groepjes van twee. Geef de één de rol van iemand die bezoek ontvangt. De ander speelt een bekende die onaardig gevonden wordt. Hoe gaat de speler die het bezoek ontvangt daarmee om?

Situatie 2
De één speelt de rol van iemand die bezoek ontvangt,  de ander speelt de rol van beste vriend of vriendin. Hoe wordt hij of zij ontvangen? Na een paar minuten wisselen.

Praat nog even na. Wat vonden ze leuker om te spelen, de eerste of de tweede situatie? Waarom?

DOEN: UITNODIGING MAKEN
Tijdsduur: twintig minuten
Nodig: stevig papier of blanco correspondentiekaarten, eventueel envelop, scharen, viltstiften, tekengerei, tijdschriften voor plaatjes en letters, lijm

Als je mensen op bezoek wilt hebben, moet je natuurlijk wel mensen uitnodigen. Anders weten ze niet dat ze welkom zijn bij jou. Tegenwoordig sturen we elkaar een e-mail of een smsje om te vragen of iemand langs komt. Vroeger hadden ze dit nog niet. Dan stuurden ze meestal een briefje of een leuke kaart. En dat is natuurlijk wel zo bijzonder!

Maak een uitnodiging voor iemand die bij jou komt spelen. Daarop moet komen te staan:
- De datum, zodat jouw vriendje of vriendinnetje weet wanneer het is;
- De tijd, zodat ze niet te vroeg of te laat komen;
- De plaats, zodat ze weten waar ze moeten zijn;
- Wat jullie gaan doen, zodat ze zich alvast kunnen verheugen op hun bezoek aan jou.

Versier de kaart met plaatjes, tekeningen of mooie letters die je uit de krant of tijdschriften knipt. En vergeet niet de kaart ook echt aan dat vriendje of vriendinnetje te geven natuurlijk!