Deze werkvorm is een onderdeel van Bijeenkomst 1: Bijbel van Catechesemethode Overhoop.
Bijbel | Verkenning: Hoe zit de Bijbel in elkaar?
- Duur: 10-15 minuten
- Nodig: per (sub)groep een set kaartjes met bijbelboeknamen, timer.
Deze werkvorm veronderstelt dat de jongeren (ooit) hebben geleerd welke bijbelboeken er in de Bijbel staan en in welke volgorde. Als je vermoedt of merkt dat ze er te weinig over weten, geef dan aan dat ze via hun smartphone informatie mogen opzoeken.
Als er meer dan drie deelnemers zijn, splits je op in kleine groepjes. Elk groepje geef je een set kaartjes van alle bijbelboeken.
Vertel de deelnemers het volgende:
- De Bijbel ziet er uit als een boek, maar eigenlijk is de het een grote verzameling van verschillende boeken. Ongeveer veertig verschillende mensen leverden een bijdrage aan de Bijbel. Die mensen leefden niet in dezelfde tijd. Tussen het eerst geschreven boek en het laatst geschreven boek zit ongeveer 1500 jaar. De schrijvers waren koningen, vissers, priesters, overheidsbeambten, boeren, herders en artsen.
- De verzameling boeken heeft een vaste volgorde. Dat is níet de volgorde waarin de boeken geschreven zijn, maar de volgorde die logisch is voor het verloop van het verhaal.
- De Bijbel is ingedeeld in twee delen: het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Het Oude Testament gaat over het ontstaan van de aarde en de geschiedenis van het joodse volk en hun relatie met God. Het Nieuwe Testament gaat over het leven en sterven van Jezus en Zijn relatie met God en mensen.
Opdracht
In 5 minuten moeten de groepjes de bijbelboeken rubriceren:
- Welke boeken horen bij het Oude Testament, welke boeken bij het Nieuwe Testament.
Voor elk goed ingedeeld boek krijgt de groep een punt.
- Leg binnen de testamenten de kaartjes op volgorde zoals ze in de Bijbel staan.
Voor elk boek dat goed is neergelegd, krijgt de groep een punt. Dat geldt telkens voor twee correct opeenvolgende boeken.
Het groepje met de meeste punten heeft gewonnen.