Deze werkvorm is een onderdeel van Bijeenkomst 2: Doop van Catechesemethode Overhoop.
Doop | Verkenning: Waterballet
- Duur: 10 minuten
- Nodig: flapover met stift, emmer/beker met water.
Verdeel de groep in twee teams. Vraag de teams om om de beurt een functie van water op te noemen, binnen tien seconden. De teams mogen overleggen.
Het team dat de minste functies weet te bedenken, krijgt een bekertje/emmer water over zich heen.
Schrijf het op een flap.
Vraag na de opdracht om de functie van het water in de doop te vergelijken met de functies die ze hebben op genoemd. Waar lijkt de doop op?
Waarschijnlijk komen de jongeren met ‘wassen/schoonmaken’ als antwoord.
Leg dan aan de hand van de theologische achtergrondinformatie (bijlage) uit dat de betekenis van de doop dieper is dan dat. Iemand anders giet namelijk water over ze heen, iemand anders maakt ze schoon. Je kan ook nooit jezelf dopen. In de doop mag je je afhankelijk weten van die iemand anders, van God. Hij wil jou van binnen schoonmaken!
Voorbeelden van functies zijn:
- drinken;
- schoonmaken;
- wassen;
- om overheen te varen;
- om dingen in op te lossen;
- om dingen te vervoeren (mineralen in je lichaam);
- om te ademen (vissen);
- vochtig maken (nodig voor slikken);
- temperatuur regelen van je lichaam;
- natuurlijke barrière (grachten om kastelen);
- spiegelen.