Deze werkvorm is een onderdeel van Bijeenkomst 2: Doop van Catechesemethode Overhoop.
Doop | Verwerking: Zelf dopen
- Duur: 20-30 minuten
- Nodig: A4-papier, pennen, een pop en water.
Voorbereiding
Vraag of de predikant en een ouderling bij deze werkvorm willen meedoen.
Uitvoering
Tijdens het dopen zegt de dominee altijd een aantal zinnen. Vraag of de dominee (kort!!) de inleiding die hij of zij bij de doop geeft wil toelichten. De woorden die de predikant gebruikt in de doopdienst zijn soms wat moeilijk, en soms wat ouderwets.
Schrijf daarom, aan de hand van de informatie van deze bijeenkomst, met elkaar een eigen tekst.
- Vraag de jongeren:
- Wat zou je zelf zeggen als je iemand gaat dopen?
- Wat is voor jou het belangrijkste van de doop?
Vraag vervolgens of de ouderling kort iets wil vertellen over zijn of haar rol tijdens het doopritueel.
Predikanten moeten tijdens hun studie de doop oefenen. Dat gaan jullie nu ook doen!
Doop een pop met de eigen gekozen tekst.
Verdeel hiervoor de rollen in duo’s, als dat qua aantal deelnemers mogelijk is: twee jongeren zijn de predikant, twee jongeren de ouderling, twee de ouders van de dopeling. De rollen kunnen ook steeds door één jongere gedaan worden, of je maakt er een mix van, zodat de jongeren die dit best spannend vinden een maatje hebben en anderen het alleen doen.
Je kunt het in twee groepen doen of twee keer uitvoeren om alle jongeren aan de beurt te laten komen. Je kunt ook de andere jongeren rollen geven zoals ‘de gemeente’, ‘de persoon die de dopeling binnen brengt’, etc..
Natuurlijk kunnen de predikant en de ouderling zo nodig uitleggen wat er gedaan moet worden. Door het zelf te doen en te beleven, komt het ritueel veel dichterbij voor de jongeren.
Het kan wat onwennig zijn om dit te doen, maar het helpt wel bij de verwerking!