Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Het kwaad | Verwerking: Waar komt mijn hulp vandaan?

Pijl naar links Ideeën

Deze werkvorm is een onderdeel van Bijeenkomst 1: Het kwaad van Catechesemethode Overhoop.

Het kwaad | Verwerking: Waar komt mijn hulp vandaan?

  • Duur: 35 minuten
  • Nodig: groot schildersdoek van canvas (vaak verkrijgbaar bij bijvoorbeeld Action), schilderspullen (verf, kwasten, schorten of oude kleding e.d.)

Voorbereiding

Verdeel het schildersdoek van tevoren in vakken, waarbij je in het middelpunt van het schilderij een apart vak maakt. Iedere deelnemer moet steeds aan één vak kunnen werken (het middelste vak tel je niet mee). Hoe groter je doek, hoe meer vakken je kunt maken. Eventueel kun je werken met meerdere schildersdoeken. Het werkt het beste als je wat grotere vakken hebt, dus kies je doek zo groot mogelijk.

Leg alles van tevoren klaar.

Uitvoering

Vraag de jongeren om iets van het lijden en het kwaad in de wereld in gedachten te nemen. Geef hen wat voorbeelden, bijvoorbeeld: oorlog, racisme, uitbuiting, honger, natuurramp, #metoo, pesten et cetera. Dit doen ze in stilte!

Vraag hen vervolgens om dat wat ze in gedachten hebben genomen, te gaan verbeelden op een vak in het schilderij. Welke kleuren passen hierbij? En welke vormen? Ze zijn helemaal vrij in hoe ze dit doen. En vertel er ook bij dat het niet mooi hoeft te zijn, en het hoeft ook niet ‘af’ te zijn. Geef hen hiervoor tien minuten als je langzame starters hebt. Zijn ze sneller, dan kun je ook sneller wisselen. Je kunt zelf ook meedoen met het schilderen.

Na tien minuten draai je het doek een stukje zodat iedereen nu het vak waar een ander aan is begonnen voor zich heeft. Vraag hen verder te gaan met dat vak. Ook nu doen ze dat weer in stilte. Geef hen ongeveer vijf minuten.

Vraag daarna: Wat gebeurt er nu? Hoe voelt het om verder te gaan met het werk van een ander? En hoe ervaar je het dat een ander met jouw werk verder gaat? Houd dit kort.

Draai het schilderstuk vervolgens weer een stukje zodat de jongeren weer verder gaan met een ander vak. Ook nu doen ze dit in stilte en hebben ze hiervoor vijf minuten (of zo lang als ze nodig hebben).

In gesprek

De jongeren hebben nu het lijden, het kwade verbeeld. Waar komt in al dat kwade hun hoop vandaan? Wat geeft hen steun? Wat of wie helpt hen daarbij? Vraag hen om daar even over na te denken en deel dit vervolgens met elkaar. Breng ook in hoe dit is voor jou: waar komt jouw hulp vandaan? Benoem de overeenkomsten en de verschillen tussen de antwoorden die jullie op deze vraag hebben gegeven.

Als God of het geloof in God nog niet ter sprake is gekomen, breng dit dan nu expliciet in. Waar is God voor jou in al die ellende? Geef duidelijk aan dat er geen goede of foute antwoorden op deze vraag zijn. Het gaat om hoe ze dit zelf ervaren, en hoe jij als begeleider dit ervaart.

Hoop

Bespreek vervolgens met elkaar hoe jullie de hoop gaan verbeelden in het middelste vak van het schilderij. Maak het schilderij vervolgens gezamenlijk af door het middelste vak te schilderen.